Gesloten bodemwarmte-installatie, melding
U wilt voor de verwarming van uw huis gebruikmaken van de warmte in de bodem. Bij gebruik van bodemwarmte installeert u een bodemwarmtewisselaar. Dit heet ‘wisselaar’ omdat u ’s winters warmte opneemt uit de bodem en ’s zomers warmte afgeeft aan de bodem (koeling). Wilt u een bodemwarmte-installatie met een gesloten systeem aanleggen? Dan heeft u toestemming nodig van de gemeente. Voor een installatie met een open systeem heeft u meestal toestemming nodig van de provincie.
Wilt u samen met uw buren gebruik maken van bodemwarmte? U heeft dan een grotere installatie nodig. Is de capaciteit van de bodemwarmtewisselaar groter dan 70 kW? U moet een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (BPM) aanvragen.
Termijn
Na de melding geeft de gemeente binnen 4 weken een reactie.
De behandeling van een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets duurt 8 weken.
Voorwaarden
Bij de aanleg van een bodemwarmte-installatie moet u rekening houden met de volgende eisen:
- Het ontwerp van het systeem moet u afstemmen op de aard en omvang van de behoefte aan warmte en kou.
- Er mag geen interferentie met een ander systeem zijn. Dit betekent dat de winning van warmte niet de werking van andere, al bestaande systemen mag dwarszitten.
- Binnen 5 jaar moet het systeem een moment bereiken waarop er geen warmte-overschot is. Zo'n moment moet elke 5 jaar een keer optreden. Er is dan een evenwicht is tussen de opgenomen warmte en de afgegeven warmte.
- De boring moet uitgevoerd worden door een erkend bedrijf.
Bezwaar
Bij een negatieve beslissing kunt u binnen 6 weken bezwaar maken. Blijft de beslissing negatief dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank.
Contact
De melding doet u via Infomil of via het Omgevingsloket Online (OLO). U doet de melding minstens 4 weken voor u de installatie aanlegt.
De Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (BPM) vraagt u aan via het Omgevingsloket Online (OLO).